Reis naar de Somme - deel 4


Ga direct naar deel: 1 | 2 | 3 | 4 | 5


Corbie sur Somme.

Na een paar dagen in Cappy te hebben rondgekeken varen we door naar Corbie. Een nietszeggend plaatsje met de resten van een oude abdij uit 690.
Alleen de enorme kerk staat er nog en de resten van een paar muren. Niks bijzonders eigenlijk. Valt ook op dat er aan die enorme kerk weinig versiering zit.

Ik raak hier nog in een hevige discussie met een gepensioneerde die steeds maar beweerde dat zijn land het mooiste land van de wereld is. Wat ik ook probeer in te brengen, niks helpt. Meneer was vroeger chauffeur, is overal geweest en kent ons land vrij goed.
Ach, laat maar... Kan me niet herinneren dat wij zo prat gaan op ons land. Ha, even een stokbroodje tussendoor met jambon fumee.

Amiens 4 juli

Kathedraal Amiens Jonge jonge, wat een stad! Afgezien van de verschrikkelijke verkeersherrie, het stof en straatvuil en de clochards natuurlijk hebben we hier redelijk goed gelegen. Wel alles op slot want de 'gitanes' staan hier 's nachts op de parkeerplaats.

Wat hebben we bekeken? Natuurlijk de prachtige kathedraal op loopafstand van de haven. Dan de vroeger hoogste kantoortoren van Frankrijk en natuurlijk het 'Musee de Picardie"
Er is hier zo veel te zien, je kunt wel een week besteden!
He, Frits, weet je dat ik in het musee een enorme verzameling Romeinse en Gallische voorwerpen heb gezien! Meer dan ik ooit in ons land ben tegengekomen. Er zijn hier in de streek duizenden graven gevonden waar al die voorwerpen vandaan komen.

Wat heeft Amiens nog meer? We liggen aan de rand van een oude stadswijk 'St Lieu" die nu gerenoveerd wordt. Het is een buurt die door kanalen doorsneden is en ik zie veel horeca en wat luxere 'juppen' woningen, ' wat ze hier studio's noemen.
Het schijnt helemaal in te zijn om in deze wijk te gaan wonen. Het nieuwe "Centre Loisirs' tegenover is net klaar. Het is een zeer modern opgezet park met wandelroutes, tennisbanen, veel groen en een 'etang'.

Wat ik ook erg mooi vond en wat niet in de folders staat is de "Chambre de Commerce" gebouwd door Dutoit (schrijf ik het goed?).
Het gebouw is in jugendstil met prachtige glas in loodramen en siersmeedwerk. Mooie vormen en ik heb er even een plaatje van gemaakt.

De Etangs van de Haute Somme.

Trouwens, de hele Sommevallei barst van de meren. Duizenden meren waar vissers een stekje kopen en er een caravan met vissteiger plaatsen. Vissen is hier echte hobby voor iedereen.
Wat ze vangen? Niet veel soeps dacht ik eigenlijk. Wat voorn en brasem als bij ons. Het verschil is echter dat de brasem hier in zuur ingelegd wordt waardoor de vele graten oplossen. Het visvlees wat tot een delicatesse wordt gerekend schijnt gepureerd verwerkt en gegeten te worden.

Het water uit die meren wordt gebruikt om het kanaal op peil te houden. Het teveel verdwijnt later bij Valerie sur Somme in zee. Daar gaan we volgende week heen trouwens.
Somme meren

Long

Alweer een plaatsje verder opgeschoven naar het westen. Alsmaar verder westelijk varen we tot we bij St Valerie sur Somme in zee terecht komen.
Maar nu zijn we aangekomen in het plaatsje Long. Vandaag drie schuine sluizen overleefd!
Dat zijn nachtmerries voor iedere schipper. De wanden van de sluis zijn niet recht maar staan onder een hoek van 45 graden. En nergens vast kunnen maken! Wie dat uitgevonden heeft mag van mij aan het gas!

Maar goed, Long dus.
schuine sluis Long Prachtig plaatsje met een schitterend Louis 15e chateau, een hele mooie kerk en een juweeltje van een mairie. Wij liggen op de vreemdste ligplaats ooit gehad!
Een diepe kade vlak boven de sluis bij het gerenoveerde cafe. Om op straat te komen moeten we door de bar heen lopen!

Het kasteel is eigendom van een grote verffabrikant in ruste en diens zoon heeft als hobby het cafe op laten knappen en de kade gebouwd.
We eten natuurlijk daar, een menu van 65 ff. de kok, net jarig, stopt ons vol met een enorme hap en de volgende dag weet iedereen dat we bij hem aan tafel zijn geweest. Gek als ik de sluiswachter meld dat ik morgen weg wil dan vraagt hij of ik "naar genoegen gegeten heb" gisteravond!

Geheimen heb je hier niet en we worden van alle kanten bekeken en de boot gaat weer op de foto en zo voort. De sluiswachter zegt ervoor te zorgen dat ik heel door zijn schuine sluis kom en vertelt over zijn werk. Hij heeft nog op de 'tracteur' gezeten die vroeger de schepen trok en is 'conducteur' (verantwoordelijke) geweest van het kanaal tussen Amiens en St Valerie.
Nu is hij met pensioen en helpt zijn vrouw!! die zijn werk heeft overgenomen. Zijn vader was sluiswachter, zijn overgrootvader was sluiswachter en... je kent het wel. En zeer trots op zijn streek! De bakker kwam net aanrijden wil ook een praatje. Hij bakt hier roomboterkoekjes in de vorm van een voet, zijn specialiteit. Ach, komen we hier ooit weg?

Usine Electricite

Usine Electricite de Long Waar ik direct ga kijken dat is de oude elektriciteits centrale. Dat is een van der weinige 'monument historique' van Frankrijk.
De vrouwlijke gids legt trots uit dat in 1902 de bouw klaar was en de Somme voor de aandrijving van de turbines zorgde. Die leverden via dynamo's electriciteit (110 volt) tot 1968 !! Toen werd Long op het landelijke net aangesloten.

Wanneer ik haar dan vertel dat onze 'remorquer' -nog- ouder is valt ze bijna van haar stoel en sindsdien zijn we de trekpleister van het dorp! Geruchten gaan hier sneller dan je schaduw...;-))

Het verval bedraagt 1m 28 bedraagt en levert een kracht van 130 pk. Vanwege de vele meren is er altijd genoeg water dus de turbines draaiden continu.
Het zijn enorme vliegwielen met tandraderen met houten pennen en leren riemen die de dynamo's aandrijven. Een regulateur met twee gewichten regelt de snelheid. Er zijn drie opstellingen waarvan er een nog vol in bedrijf is.
Ik mag het 'ventel' opendraaien en de stroom water spuit onder ons tegen het rad van de turbine aan waardoor de hele mechaniek zich ratelend in beweging zet. Wat een spektakel.
En wat te denken van dat prachtige marmeren schakelbord. manshoog met allemaal koper, meters en grote handbediende schakelaars.

Kasteel van Long La Tourbe

Dat is dus turf zag ik. In deze streek werd veel turf gestoken als bij ons. Die turf werd gedroogd en als brandstof gebruikt in de grote huizen. 'brule sur cheminee' heet dat geloof ik.
In de usine electricite is er een kleine tentoonstelling aan gewijd. Ook de jacht was hier heel belangrijk.
Overal staan foto's van jagers en honden en die speciale hutjes van waaruit je een meertje kon overzien om de eenden te schieten.
Nu zijn al die meren verpacht en iedereen heeft er lokeenden uitgezet en ze schieten op alles wat beweegt. Zodoende zie je bijna geen eenden meer behalve op de menukaart van het restaurant :-<

Abbeville

Nee... We draaien de sluis uit naar de kade die op de kaart staat aangegeven en komen in een totaal vervallen fabrieksbuurt terecht.
Dit is minder leuk. We maken vast en gaan de stad verkennen. Als je nou echt van plan bent om jezelf te verhangen dan kun je hier terecht voor de juiste stemming.

Jonge, jonge.. De eerste de beste die ons aanspreekt begint een heel verhaal over de 8 miljoen werklozen en de suikerfabriek hier sluit ook al zijn poorten en... Een en al treurnis.
De stad ademt ook een soort moedeloosheid uit. Er is een aardig winkelcentrum maar de rest van de stad is rijp voor de afvalbak. Hier hebben we even de oudste klokketoren van Frankrijk bekeken. Uit 1209 en keurig gerestaureerd.

In de grote kathedraal kun je nog glas in lood van een beroemde figuur bekijken. Het meeste hier in deze streek is herbouwd na de totale verwoestingen in de 1e WO dus veel ouds vindt je niet terug.

Al fietsende door de stad kijk ik toevallig een straatje in en zie een terreintje met een totaal verwaarloosde ruïne van de oude kerk. Prachtige gotische bogen totaal overwoekerd door hoog gras. Er is niet veel meer over en men laat dat gewoon verkommeren. Het geeft wel een beeld hoe de stad er in 1918 uit moet hebben gezien. Maar goed, genoeg van deze desolate sfeer en om het moreel aan boord goed te houden vertrekken we zo snel mogelijk van hier met bestemming zee! De Atlantische Oceaan is vlakbij!

St Valerie sur Somme

Hier aan de baai van de Somme zoeken we een ligplaats aan de binnenkant van de zeesluis in het spuikanaal.
Ondanks de papieren belofte van de VVV, gemeente etc is hier niets te vonden wat op een aanlegsteiger lijkt. Geen bolders, geen stroom, zelfs geen drinkwater!
Schandalig voor zo'n toeristische plaats. Men heeft het steeds over het stimuleren van het 'Tourisme Fluvial" maar er gebeurt helemaal niets. Ik ben gedwongen om het drinkwater te rantsoeneren want we kunnen pas weer over 8 dagen op de terugweg tanken. Eerder is nergens een kraan te vinden. Schande voor een eerste levensbehoefte.

Maar het plaatsje maakt alles goed. Ondanks de kou en de krachtige westenwind flaneren we over de boulevard en zitten op een bedekt terrasje. Het lijkt hier net de waddenzee. Enorme vlaktes met prielen, honderden schapen met hun herders op de kwelders en hutjes voor vogelkenners. Een gigantisch natuurgebied. Prachtig. Het is hier echt genieten.

Hier rijdt ook een stoomtreintje. Meer dan een zelfs. De lijn loopt langs de baai van de Somme van St Valery tot Le Crotoy aan de overkant. Het is een uniek gezelschap hier. Vele vrijwilligers werken samen aan het onderhoud om de smalspspoortreintjes rijdende te houden voor de toeristen. Er worden hier zelfs complete locs gerestaureerd! Met een stoomketel gebouwd in ?? Tilburg-Holland Jawel!! Dat wist ik niet. Hierbij een mooi plaatje van een van de pronkstukken. stoomloc St Valery sur Somme
Voor we opbreken gaan we nog even met de fiets naar de "Cite medival", de middeleeuwse stad die op de punt van het stadje aan de monding van de Somme. Het is wel even zwoegen om omhoog te komen maar het uitzicht vergoedt alles.
Kijkend naar het Noordwesten zien we het Kanaal en naar het zuidwesten de oceaan. Diep beneden ons strekt zich een landschap uit vol droogvallende zandbanken, geulen en begroeide kwelders met schapan en vogels. De herders sjokken met rugzak en stok achter de waakzame honden aan die de schapen bij elkaar moeten houden.

St Valery sur Somme

Het kerkje hier op de punt is nog uit de 12 e eeuw en in de kapel van de zeelui hangt een model van een 3 mast fregat.
De sfeer is zoals die in dat soort kerk hoort te zijn, sober en zonder wilde kleuren.

Er is een viswinkel en hier koop ik een paar mooie moten zalm en kabeljauw. De visboer heeft het druk met zijn verse waar want de slakken en schelpen die hij verkoopt lopen de winkel uit.
Ze zijn zo vers en levend dat ze de benen proberen te nemen en de schalen uitwandelen! Met een fles koele Muscadet is het leven weer de moeite waard!

We vertrekken nadat ik nog een fransman "gedepanneerd" heb zoals dat hier heet. Hij lag met stukken en niemand die hem zo gauw kon helpen en je weet, een sleepboot heeft altijd gereedschap aan boord!
Die man was zo dankbaar dat ik nauwelijks van hem af kan komen. Goed we varen weer en ontvluchten de steeds feller wordende zeewind die buitenzitten verhindert, misschien is het landinwaarts beter.

Samara

Ingang themapark Samara Door varen we weer terug de Somme op richting het Canal du Nord. Wat is het hier ruig en mooi! we slingeren door de krappe bochten tegen een flinke stroming in en leggen s' avonds aan aan de steiger boven Piquiny bij het themapark Samara.

We zijn helemaal alleen en 's avonds kunnen we in de omgeving het grote "feu artifice" (vuurwerk) bekijken vanwege de nationale feestdag. de 14e juli.
Klokslag 11 uur barst in een viertal dorpjes het vuurwerk los en de hemel is aan alle kanten verlicht door de kleurige bollen en sterren. De muziek komt bij vlagen door het dal aangewaaid en overal is feest.

De volgende morgen, goed uitgerust en voorzien van de wandelstok en lunchpakket gaan we op weg om Samara te bekijken. De ingang is vlakbij de boot en na het betalen van de entree wandelen we met een plattegrond in de hand door het enorme park.
Hier is op de plaats van een vroegere romeinse nederzetting een soort archeologisch themapark opgezet met o.a een botanische tuin, een tentoonstellingsgebouw, een compleet gereconstrueerde groep prehistorische woningen en romeinse vestingwerken. Romeinse drank Mede
We kennen inmiddels een paar van de jongelui die in berevellen gehuld demonstraties geven van het gebruik van stenen en bronzen werktuigen, kleding maken en voedsel bereiden. Dat groepje had namelijk 's avonds laat een echte boomkano onder de steiger vandaan gehaald en waren een eind gaan peddelen op het kanaal. Veel lol natuurlijk en gezellige gesprekken gehad. Die kano hebben ze zelf gemaakt uit -een- boomstam en was als een studiestuk bedoeld.

Maar goed, dat aardige meisje waar ik dus een gezellig gesprek mee had gehad herkent me direct aan "Ahh.. les gros sabots!..." , mijn klompen dus... en ze trek me naar binnen in zo'n hut waar ik romeinse wijn te drinken krijg. (wijn, peper, dragon en honing)
Ook bakt ze een soort koekjes van deeg zonder gist zoals in die tijd gebruikelijk was.
Het houtskooloventje is perfect nagebouwd en het bakken gaat in een paar minuten. We bekijken alle technieken, zoals kleding weven, steen bewerken en voedsel conserveren. (er wordt een plastic zalm gerookt ;-))

In het centrale gebouw is een tentoonstelling te zien van het leven en werken vanaf de vroegste tijden en we worden door een gids rondgeleid.
Het terrein is gigantisch groot en na wat uitgekozen objecten te hebben gezien is het welletjes vinden mijn voeten. Wat ontbreekt er dan?... Juist, dat gezellige terrasje waar je even met de pootjes omhoog kunt en een kopje koffie of zo kunt drinken.
Dat is hier helemaal niet! Alleen een echt restaurant met ja-knikkende ober bij de ingang. Onbegrijpelijk! In ons land zou het krom staan van de horeca op zo'n plaats.



"l'Equipe de train"

Maar goed, we dwalen af. Verder varen we weer en we passeren weer Corbie en meren af in Froisy beneden de sluis.
We blijven hier een drietal dagen om het schilderwerk af te maken want het is mooi weer en ik heb er weer zin in.
Naast ons houden de franse vakantie in hun tuinhuisjes langs de Somme en vissen en vissen en vissen.... En wat vangen ze eigenlijk? Visjes zo groot als je duim en trots dat ze zijn !!
Wij springen geregeld in het kanaal want het water is van een prima kwaliteit. Daarna even onder de koude douche op het achterdak en we zijn weer verfrist.

Het water in het kanaal begint verontrustend te zakken. Ik loop iedere ochtend even naar de peilschaal op de sluis en zie dat er 5 cm per dag afgaat.
Nog een paar dagen en ik kom hier niet meer weg. De sluiswachter zegt steeds "pas d' eaux" wat zoveel wil zeggen als 'het water is op"
Zolang het niet regent zal het waterpeil zakken. En dat ondanks de duizenden meren die hier langs de rivier liggen. "Dat zijn prive meren en die mensen geven geen water aan het kanaal" wordt er meegedeeld. Einde verhaal dus.

petit train Cappy Dat priveeigendom blijkt later ook wanneer ik grote borden langs de weg zie met aankondigingen dat bepaalde meren te 'verpachten' zijn. Daar gaan grote bedragen in om vanwege de vis- en jachtrechten. Je verkoopt dan vis of jachtbewijzen per dag of week aan derden die dan op jouw meertje hun sport komen uitoefenen. Overla zie je ook van die gecamoufleerde jachthutjes.

Dan maar door naar Cappy waar het treintje rijdt. Hier is het kanaal op peil en we vinden een prachtig plaatsje onder oude kastanjebomen.
we krijgen 's middags een groepje jongelui aan boord die zich aan de boot stonden te vergapen. Het blijken de vrijwilligers te zijn die het treintje runnen.

Het Equipe dus. Ze willen van alles weten over de stoomboten in ons land en tot besluit noteer ik hun naam en beloof van de winter de 'stoomagenda' op te sturen. Die jongelui komen helemaal uit Chalon sur Saone om hier als vrijwilliger hun vakantie te besteden aan het stoomtreintje!